Maten
Eén van de mooie dingen van C-TRAK is, is dat het geen formele standaard is, met betrekking tot de maat van de modules. Het belangrijkste is, dat er aan de rand ten minste 1 C-rails is om op aan te sluiten. Het is daarom meer een manier van denken dan een systeem. Alleen als je met anderen wilt koppelen zijn vaste(re) afspraken noodzakelijk.
Om de modules handzaam en op verschillende manieren combineerbaar te houden, is een maat van ongeveer 50 x 50 cm praktisch. Daarom is voor de ‘standaard’ module gekozen voor een ‘tegel’ gebaseerd op rechte stukken C-rails, te weten 2 x 172 en 1 x 188 mm. Dat maakt het vierkant 532 x 532 mm. Het stuk van 188 mm is bijvoorbeeld ook te vervangen door een wissel. De bogen zijn gebaseerd op R1 (360 mm) en R2 (437,5 mm), de onderlinge afstand bij dubbelspoor 77,5 mm (standaard voor Marklin C-Rails). Een railbedding (C-rails) is 40 mm breed.
Door de aansluitingen qua maat op dezelfde afstand te houden van de rand, kunnen modules als een soort dominostenen aan elkaar worden geklikt. De theoretische basismaten van een module zien er dan als volgt uit:
Breedte | 172 + 172 + 188 mm | 532 mm |
Diepte | 172 + 172 + 188 mm | 532 mm |
Hoogte | 100 mm (incl. eventueel verstelbare poten) | 100 mm |
Afstand van rand tot hart spoor 1 | 532 – 360 mm | 172 mm |
Afstand van rand tot hart spoor 2 | 532 – 360 – 77,5 mm | 94,5 mm |
Afstand van rand tot bedding spoor 1 | 532 – 360 – 40/2 mm | 152 mm |
Afstand van rand tot bedding spoor 2 | 532 – 360 – 77,5 – 40 /2 mm | 74,5 mm |
Het ziet er allemaal erg theoretisch uit, maar in de praktijk valt dat erg mee. Een bak mag in ieder geval niet zo groot zijn dat de rails niet meer in elkaar kunnen klikken, dus beter iets kleiner dan iets groter. Bij dubbelspoor is de onderlinge afstand tussen beide sporen wel belangrijk. Dit is gemakkelijk te regelen door bijvoorbeeld een wissel als afstandshouder te gebruiken. Er zijn verschillende manieren om een module te maken. De meest gebruikte is een open doos (bijvoorbeeld uit triplex/multiplex) en een vulling van schuimplaten, of omgekeerd met de ‘bodem’ naar boven (zie Modules bouwen)
De breedte van de bakken is vrij te kiezen, zolang het maar transporteerbaar is. Aangeraden wordt om een breedte te nemen bestaande uit hele lengtes rails. Een breedte van bijvoorbeeld 720 mm is zeker ook nog werkbaar.
De diepte hoeft ook niet vast te zijn, tenzij er met bogen gewerkt wordt. In dat geval komen er twee niet tegenover elkaar liggende aansluitingen. Gebruik dan een kwart cirkel (3 railstukken van 30 graden) om de afstand te bepalen. Verder is eigenlijk ook de dieptemaat vrij.
Voor de hoogte van de bakken is 10 cm gekozen. De bakken kunnen met piepschuim of hardschuim (beter verwerkbaar) gevuld worden, zodat eventueel ook nog wat reliëf kan worden aangebracht (tunnels, bruggen e.d.). Door de hoogte kunnen eventueel ook brugdelen e.d. of andere onderwerpen met een hoogteverschil worden gebouwd. Wanneer de bakken hol zijn, zijn ze eventueel ook goed stapelbaar omdat veel scenery (gebouwen, bomen e.d.) dan in de volgende bak passen. Het is iedereen echter vrij een andere hoogte te kiezen (bijvoorbeeld de dikte van een heel aantal schuimplaten plus de dikte van de bodem), zeker als de bakken alleen thuis gebruikt worden. Om te combineren op events, beurzen moet de railhoogte op (maximaal) 100 mm hoog zijn. Omdat railstukken zelf 10.3 mm hoog zijn, is de bovenzijde rails dus werkelijk op 110 mm. Onder de bakken kunnen eventueel inslagmoeren en bouten worden gebruikt om stelpootjes van te maken.
Elektrische aansluitingen
Wanneer er gebruikt gemaakt wordt van treinen uit het my world assortiment, dan is aansluiten op netspanning geen probleem. De treinen rijden op accu’s of batterijen en kunnen dus zowel op plastic rails rijden als op C-rails. Wanneer er ook gereden wordt met elektrisch materieel (gelijk- of wisselstroom), dan moet er stroom komen op de baan. Door de middelgeleider is het leggen van een sporenplan met kortsluiting uitgesloten. Wordt er wel elektrisch gereden, dan kan men kiezen voor digitaal rijden of analoog. In het eerste geval is (theoretisch) 1 aansluitrail al voldoende. Bij events wordt dan ook met dit scenario rekening gehouden. Wordt er analoog gereden met meerdere treinen, dan moeten (sommige) modules spanningsloos gemaakt kunnen worden. Dat vraagt om meerdere aansluitingen en het gebruik van schakelaars. Het maken van een schakelbord zou dan een mogelijkheid zijn. Aangeraden wordt echter het gemak en plezier van het digitaal rijden en/of het gebruik van treinen op accu of batterijen.