De gemakkelijkste modules bestaan uit een open bak met de de holle kant naar beneden, maar behalve met de holle kant naar beneden, kunnen modules ook gevuld worden met piepschuim of hardschuim (beter verwerkbaar). Hiermee kan ook nog wat reliëf worden aangebracht (voor tunnels, bruggen e.d.). Er zijn platen van zowel 10, 20, 30 en 50 mm beschikbaar, waarmee allerlei structuren kunnen worden gemaakt.
Er wordt onderscheid gemaakt in
- standaard modules, altijd 532 x 532 mm, waarbij hele railstukken kunnen worden gebruikt;
- modules met afwijkende maten;
- modules waarbij raillengtes moeten worden aangepast (gezaagd) omdat Märklin die lengtes niet levert.
Thuis kan het gemakkelijkst begonnen worden met 4 hoekmodules. Wanneer de gesloten cirkel goed gemaakt is, dan kunnen alle andere modules daarmee worden gecontroleerd. De foto’s tonen de aanleg van een dubbelsporige ovaal in de verschillende stappen: enkelsporige cirkel R1, rechte stukken inclusief wissel om de afstand tussen de sporen te bepalen; aanleggen van de buitenbocht (inclusief aanpassen van de boogstukken) en tenslotte de controle. Er is geen gebruik gemaakt van een maatlat of andere hulpmiddelen. Eventueel kan een sjabloon gebruikt worden.
Leggen van de binnencirkel
Rechte stukken met wissels voor tweede spoor
Leggen van de buitencirkel
Controle van de aansluitsporen
Klik hier voor een sjabloon van de posities van de rails ten opzichte van de rand (voorkant) van een module. Deze kan worden uitgeprint om te helpen bij het positioneren van de rails. Controleer wel eerst de precisie van de printer aan de hand van een goede maatlat en de afgebeelde centimeterindeling.